Ondernemerschap in zwaar weer
Ondernemers die in zwaar weer verkeren zijn van alle tijden. Door de hele ons bekende geschiedenis zijn mensen opgestaan met ideeën en zijn daarmee aan de slag gegaan. Met eigen middelen, of met middelen van anderen. Met de tijd zijn er ook meer rechtsvormen ontwikkeld om het ondernemerschap een kans te geven. Van maatschappen tot besloten vennootschappen, van beursfondsen tot internationale structuren al dan niet via Panama.
Aanvankelijk was de trend gericht op het bevorderen van het ondernemerschap. Ging het mis met het plan, dan was het plan – en het geld wat daarin was gestopt – weg. Niet minder, maar juist ook niet meer. En als een ondernemer al zijn geld of slechts een deel van zijn vermogen in het plan had gestoken, dan was dat zijn eigen keuze. Na een faillissement van de onderneming kon je het nog een keer proberen met een geheel schone lei.
Deze wijze van denken en werken is een uiting van kapitalisme in de meest pure vorm. Door de eeuwen heen is veel veranderd. Met de opkomst van de democratieën, aan het begin van de 20ste eeuw, is de trend omgekeerd. Ondernemen kan niet meer tegen iedere prijs. We begrijpen dat er meer belanghebbenden zijn dan enkel de aandeelhouders. Deze belanghebbenden worden nu stakeholders genoemd. Iedereen die op een of andere wijze een belang heeft in het verhaal. De druk van de stakeholders gaat met rasse schreden vooruit. En waar de positie van de een erop vooruit gaat, gaat dat in de regel ten koste van een ander.
Positie van de medewerkers
Medewerkers staan in deze trend voorop. Hun positie wordt telkens een beetje verbeterd. Zo zeer zelfs dat ondernemingen vandaag de dag failliet gaan omdat het rigide arbeidsrecht de onderneming soms te weinig kans biedt om te saneren. Zeker voor MKB-bedrijven is de stand van de wetgeving op een aantal punten dramatisch. Mede omdat het MKB niet de middelen heeft om de advieskosten en vergoedingen te dragen. Sinds kort worden ook het arbeidsverleden en andere verplichtingen jegens over te nemen medewerkers meegenomen in een doorstart. In de trend die is waar te nemen kan dat ongetwijfeld nog verder gaan dan wat nu de regel is. Zo zou bijvoorbeeld een afspiegeling van over te nemen medewerkers ook verplicht kunnen gaan worden. Er is genoeg te bedenken om die trend voort te kunnen zetten.
Positie van de curator
De positie van de curator is in Nederland al heel sterk, maar die wordt stapsgewijs verder uitgebreid als gevolg van het streven om fraude aan te pakken. Daarentegen wordt de positie van crediteuren juist ingeperkt middels de pre-pack.
De strekking van de trend is dat de doorstart zelf een overwegend juridisch traject is geworden. De bestuurder is angstig geworden voor bestuurdersaansprakelijkheid. De doorstartende partij wordt geconfronteerd met steeds meer rechten van over te nemen medewerkers. De financiers van de failliet moeten steeds meer op hun tellen passen waar het gaat om het veilig stellen van hun rechten. De pre-pack maakt een doorstart sowieso meer juridisch omdat de bewindvoerder in de regel een advocaat is. Aandeelhouders worden geconfronteerd met meer (terug)betalingsverplichtingen dan vroeger en last but not least, de toch al sterke positie van de belastingdienst breidt gestaag uit.
Veel van de aanpassingen in de wet komen voort uit de wens om faillissementsfraude te beteugelen. En dat is een goede en begrijpelijke zaak. Maar er kleeft het nadeel aan dat veel regels hun doel voorbijschieten. Een ondernemer moet zich niet op voorhand een crimineel wanen of het gevoel krijgen gekaapt te worden door regels en verplichtingen.
Succesvolle doorstart
Het lijkt erop dat in het proces van de doorstart steeds minder aandacht naar de onderneming zelf gaat. Maar of de doorstart zelf een succes is, wordt niet bepaald door juristen, maar door ondernemers.
Een succesvolle doorstart is namelijk niet de deal zelf. Het succes wordt bepaald door het feit of de nieuwe onderneming een gezonde basis heeft om succesvol te zijn in de jaren na de deal. Voor de gemiddelde (goede) ondernemer is het juridische circus daarom nog altijd ondergeschikt aan de zaak zelf. Klanten, ondernemen, inspiratie, gecalculeerde risico’s, marktkennis, ideeën en innovaties, financieel doorrekenen van haalbaarheid, lange termijnvisie, en ga zo maar door. Dat zijn zaken die successen voortbrengen.
Indien u in de onfortuinlijke situatie terecht komt waarin uw onderneming in een spiraal naar beneden duikt, is het tijd om te acteren. Ons advies: ga voor het plan van de toekomst naar een specialist. Liefst een die zelf ooit aan het roer heeft gestaan van een onderneming. Laat die mee beoordelen of en wanneer een jurist nodig is. Doe het niet andersom, want de hoofdzaak is niet juridisch. Juristen adviseren uiteindelijk de bestuurder, de aandeelhouder, de bank, maar bepalen niet het succes van een onderneming.
Ieder zijn vak.
Werkelijk goed advies nodig voor corporate recovery? Neem contact op via info@suez.nu .